Samenvatting 9.2 Goed geregeld (Nectar, VWO 3).
Wat gebeurt er in je lichaam?
Je lichaam voert levensprocessen uit, zoals celvernieuwing en energieproductie. Om goed te functioneren, moeten omstandigheden zoals de hoeveelheid stoffen in het bloed constant blijven. Je lichaam reguleert dit via regelkringen:
Een voorbeeld van een regelkring is de ademhaling, waarbij een hoog koolstofdioxidegehalte in het bloed sneller ademhalen stimuleert om het gehalte te verlagen.
Hoe regel je het glucosegehalte van je bloed?
Na een maaltijd stijgt het glucosegehalte, wat door het hormoon insuline wordt verlaagd doordat cellen glucose opnemen en het als glycogeen opslaan in de lever en spieren. Als het glucosegehalte daalt, bijvoorbeeld tussen maaltijden, maakt de alvleesklier het hormoon glucagon aan. Glucagon zet glycogeen om in glucose, dat terug naar het bloed gaat, zodat het glucosegehalte normaal blijft. Zo wordt de bloedsuikerspiegel in balans gehouden door een wisselwerking tussen insuline en glucagon.
Wanneer heb je suikerziekte?
Bij diabetes werkt de glucoseregulatie niet goed, waardoor glucose zich ophoopt in het bloed. Dit veroorzaakt vermoeidheid en hoge glucosespiegels:
Diabetespatiënten meten hun bloedsuiker regelmatig en passen deze aan met insuline-injecties of voeding.
Wat doet je lever?
De lever speelt een cruciale rol in de balans van stoffen:
Hoe werken je nieren?
De nieren filteren afvalstoffen zoals ureum, overtollige zouten en vitaminen uit het bloed. Elke nier bevat nefronen, die het bloed filteren door:
Filtratie: Bloeddruk perst bloedplasma uit de haarvaten; het gefilterde plasma heet voorurine.
Resorptie: In de nierkanaaltjes worden nuttige stoffen zoals glucose en water terug opgenomen in het bloed.
De resterende afvalstoffen vormen urine, die via de blaas wordt afgevoerd. Elke dag produceren de nieren ongeveer 1,5 liter urine, waarmee overtollige en schadelijke stoffen het lichaam verlaten.
Wat gebeurt er in je lichaam?
Je lichaam voert levensprocessen uit, zoals celvernieuwing en energieproductie. Om goed te functioneren, moeten omstandigheden zoals de hoeveelheid stoffen in het bloed constant blijven. Je lichaam reguleert dit via regelkringen:
- Regelkring: Zintuigen meten de stofhoeveelheid, je hersenen vergelijken deze met de norm en sturen bij afwijkingen signalen naar organen om deze te corrigeren.
- Uitscheidingsorganen: Longen, lever, nieren en huid verwijderen afvalstoffen uit het bloed om de balans te behouden.
Een voorbeeld van een regelkring is de ademhaling, waarbij een hoog koolstofdioxidegehalte in het bloed sneller ademhalen stimuleert om het gehalte te verlagen.
Hoe regel je het glucosegehalte van je bloed?
Na een maaltijd stijgt het glucosegehalte, wat door het hormoon insuline wordt verlaagd doordat cellen glucose opnemen en het als glycogeen opslaan in de lever en spieren. Als het glucosegehalte daalt, bijvoorbeeld tussen maaltijden, maakt de alvleesklier het hormoon glucagon aan. Glucagon zet glycogeen om in glucose, dat terug naar het bloed gaat, zodat het glucosegehalte normaal blijft. Zo wordt de bloedsuikerspiegel in balans gehouden door een wisselwerking tussen insuline en glucagon.
Wanneer heb je suikerziekte?
Bij diabetes werkt de glucoseregulatie niet goed, waardoor glucose zich ophoopt in het bloed. Dit veroorzaakt vermoeidheid en hoge glucosespiegels:
- Type 1: De alvleesklier produceert onvoldoende insuline.
- Type 2: De lichaamscellen reageren niet meer goed op insuline.
Diabetespatiënten meten hun bloedsuiker regelmatig en passen deze aan met insuline-injecties of voeding.
Wat doet je lever?
De lever speelt een cruciale rol in de balans van stoffen:
- Opbouw en omzetting: Maakt nieuwe eiwitten uit aminozuren en zet glucose om in vet.
- Afbraak: Breekt overtollige aminozuren af tot ureum en verwijdert giftige stoffen zoals medicijnen en alcohol.
- Afvoer: Produceert gal voor uitscheiding van afvalstoffen zoals bilirubine (afkomstig van oude rode bloedcellen).
- Opslag: Slaat glycogeen en ijzer op.
Hoe werken je nieren?
De nieren filteren afvalstoffen zoals ureum, overtollige zouten en vitaminen uit het bloed. Elke nier bevat nefronen, die het bloed filteren door:
Filtratie: Bloeddruk perst bloedplasma uit de haarvaten; het gefilterde plasma heet voorurine.
Resorptie: In de nierkanaaltjes worden nuttige stoffen zoals glucose en water terug opgenomen in het bloed.
De resterende afvalstoffen vormen urine, die via de blaas wordt afgevoerd. Elke dag produceren de nieren ongeveer 1,5 liter urine, waarmee overtollige en schadelijke stoffen het lichaam verlaten.