Samenvatting 8.4 Je bloedsomloop (Nectar, VWO 3).
Welke soorten bloedvaten heb je?
Er zijn drie soorten bloedvaten:
Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
De bloedsomloop bestaat uit de kleine en grote bloedsomloop:
Wat is bloeddruk?
Bloeddruk is de druk die het bloed uitoefent op de bloedvatwanden. Deze wisselt tussen:
Krijgt elk orgaan steeds evenveel bloed?
De bloedtoevoer varieert per orgaan afhankelijk van de activiteit. Bij inspanning pompt het hart sneller en krijgen spieren meer bloed om voldoende zuurstof en voedingsstoffen op te nemen. Organen zoals verteringsorganen en nieren ontvangen minder bloed tijdens inspanning, omdat ze dan minder actief zijn. Na inspanning keert de bloedverdeling terug naar de rusttoestand.
Welke soorten bloedvaten heb je?
Er zijn drie soorten bloedvaten:
- Slagaders: Voeren bloed van het hart naar de organen. Ze hebben een dikke, gespierde wand en een hoge bloeddruk. De aorta is de grootste slagader, en kleinere slagaders vertakken naar de organen.
- Haarvaten: Deze fijne bloedvaten vertakken zich in de organen en hebben dunne wanden met kleine gaatjes. Hier gaan zuurstof en voedingsstoffen naar de cellen, terwijl afvalstoffen het bloed ingaan.
- Aders: Voeren bloed terug naar het hart. Ze hebben dunne, slappe wanden en kleppen om de bloedstroom in de juiste richting te houden. Aders monden uit in de holle aders, die het bloed naar het hart leiden.
Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
De bloedsomloop bestaat uit de kleine en grote bloedsomloop:
- Kleine bloedsomloop: Begint in de rechterkamer en voert zuurstofarm bloed naar de longen. Hier vindt gaswisseling plaats: koolstofdioxide gaat naar de lucht en zuurstof komt in het bloed, dat via de longaders terugkeert naar de linkerboezem.
- Grote bloedsomloop: Begint in de linkerkamer, waar zuurstofrijk bloed via de aorta naar de organen stroomt. De cellen nemen zuurstof op en geven koolstofdioxide af. Zuurstofarm bloed keert via de holle aders terug naar de rechterboezem en gaat weer naar de kleine bloedsomloop.
Wat is bloeddruk?
Bloeddruk is de druk die het bloed uitoefent op de bloedvatwanden. Deze wisselt tussen:
- Bovendruk: Hoogste druk wanneer de kamers samentrekken.
- Onderdruk: Laagste druk tijdens de hartpauze.
De bloeddruk is het hoogst in de slagaders en het laagst in de aders. De bloeddruk wordt gemeten in millimeter kwikdruk (bijvoorbeeld 110/70).
Krijgt elk orgaan steeds evenveel bloed?
De bloedtoevoer varieert per orgaan afhankelijk van de activiteit. Bij inspanning pompt het hart sneller en krijgen spieren meer bloed om voldoende zuurstof en voedingsstoffen op te nemen. Organen zoals verteringsorganen en nieren ontvangen minder bloed tijdens inspanning, omdat ze dan minder actief zijn. Na inspanning keert de bloedverdeling terug naar de rusttoestand.