ADH - Aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van een voedingsstof.
Aminozuren - Bouwstenen van eiwitten.
Anorexia nervosa - Eetstoornis waarbij patiënten niet kunnen stoppen met lijnen en daardoor heel erg mager worden.
Beschermende stoffen - Groep voedingsstoffen in je voeding die je lichaam beschermen tegen ziekten: vitaminen en mineralen.
Boulimia nervosa - Eetstoornis waarbij patiënten last hebben van vreetbuien en het voedsel daarna weer uit hun lichaam willen krijgen.
Bouwstoffen - Groep voedingsstoffen die je nodig hebt voor groei en in stand houden van je lichaam: eiwitten, vetten, mineralen en water.
Calcium - Mineraal, heb je als bouwstof nodig om botcellen te maken.
Eetgewoonten - Wat je gewend bent te eten, hoe en wanneer je dat doet, je voorkeuren.
Eetstoornis - Als je niet normaal eet.
Eiwitten - Bouwstoffen voor je lichaam; zorgen voor de opbouw en het herstel van organismen.
Fosfor - Mineraal, heb je als bouwstof nodig om je botten sterker te maken.
Gebrekziekte - Ziekte die ontstaat door een gebrek aan vitaminen en mineralen.
IJzer - Mineraal, heb je als bouwstof nodig om je bloedcellen te maken en om je tandglazuur sterker te maken.
Mineralen - Bouwstoffen en beschermende stoffen voor je lichaam.
Structuureiwitten - Eiwitten die ervoor zorgen dat organen op de juiste plek in je lichaam blijven.
Vetten - Energierijke voedingsstoffen, bouwstoffen; heb je nodig om te bewegen en om warm te blijven en voor opbouw van je cellen.
Vitaminen - Beschermende voedingsstoffen; voorkomen dat je ziek wordt.
Water - Bouwstof voor je lichaam.
Aminozuren - Bouwstenen van eiwitten.
Anorexia nervosa - Eetstoornis waarbij patiënten niet kunnen stoppen met lijnen en daardoor heel erg mager worden.
Beschermende stoffen - Groep voedingsstoffen in je voeding die je lichaam beschermen tegen ziekten: vitaminen en mineralen.
Boulimia nervosa - Eetstoornis waarbij patiënten last hebben van vreetbuien en het voedsel daarna weer uit hun lichaam willen krijgen.
Bouwstoffen - Groep voedingsstoffen die je nodig hebt voor groei en in stand houden van je lichaam: eiwitten, vetten, mineralen en water.
Calcium - Mineraal, heb je als bouwstof nodig om botcellen te maken.
Eetgewoonten - Wat je gewend bent te eten, hoe en wanneer je dat doet, je voorkeuren.
Eetstoornis - Als je niet normaal eet.
Eiwitten - Bouwstoffen voor je lichaam; zorgen voor de opbouw en het herstel van organismen.
Fosfor - Mineraal, heb je als bouwstof nodig om je botten sterker te maken.
Gebrekziekte - Ziekte die ontstaat door een gebrek aan vitaminen en mineralen.
IJzer - Mineraal, heb je als bouwstof nodig om je bloedcellen te maken en om je tandglazuur sterker te maken.
Mineralen - Bouwstoffen en beschermende stoffen voor je lichaam.
Structuureiwitten - Eiwitten die ervoor zorgen dat organen op de juiste plek in je lichaam blijven.
Vetten - Energierijke voedingsstoffen, bouwstoffen; heb je nodig om te bewegen en om warm te blijven en voor opbouw van je cellen.
Vitaminen - Beschermende voedingsstoffen; voorkomen dat je ziek wordt.
Water - Bouwstof voor je lichaam.